Uit het artikel:
Maar concreet: hoe ziet zo’n traject met VITAAL er nou precies uit? Kern is volgens René dat lokaal betrokken mensen uit de “GoudenDriehoek” van vastgoedpartijen, ondernemers en gemeente ‘aangaan’, gemotiveerd raken om samen te gaan werken aan de oplossing van het stedelijke probleem. ‘Deze attitude geeft vitaliteit. Van hieruit kun je vitale centrumgebieden ontwikkelen.’
Zo’n traject begint volgens de heren met problemen op tafelleggen. Op het gebied van overheid, retail en vastgoed zijn alle ‘talen’ vertegenwoordigd via de vier partners binnen VITAAL. De kunst daarbij is om ‘intrinsiek gemotiveerde mensen bij elkaar te brengen’ en met hen concreet aan de slag te gaan met het realiseren van opgaven. Dus als eerste de stoorzenders eruit?
René: ‘In mijn vele jaren bij Achmea heb ik veel cultuuromslagen meegemaakt en teams samengesteld. Essentie voor succes is datje iets samen moet willen doen, tot een goed einde brengen. Welke spelerspassen daarbij? Wie helpen het team als geheel vooruit? Met de voorlopers krijg je het hele team in beweging. In centrumgebieden gaat het er om spelers uit de Gouden Driehoek met elkaar te laten samenwerken, maar dat is zo vanzelfsprekend niet. Twintig jaar terug konden wij onze grote retail portefeuille zonder grote problemen managen. Voor elke leegkomende winkel stonden de retailers in de rij. Er was nauwelijks overleg met retailers, ook onderling beperkte het overleg zich lokaal voornamelijk tot de kerstverlichting en de openingstijden. Vastgoedpartijen waren op hun eigen voordeeltjes uit. “De gemeente hebben we alleen nodig voor de vergunning”, was de geldende opinie onder vastgoedpartijen en ondernemers. En binnen de overheid bleek het knap ingewikkeld als je iets van meerdere afdelingen gedaan wilde krijgen. Al deze spelers onderling en met elkaar te laten samenwerken is dus niet zo eenvoudig, maar wel essentieel.’
Wouter: ‘Wat wij tegenover al dit silo-denken willen zetten met VITAAL is de vraag: wat is de gemeenschappelijke droom? Wat en wie heb je nodig voor realisatie? VITAAL gaat met je aan de slag, identificeert de stimulansen en helpt de barrières weg te halen. De vier betrokken partijenkunnen expertise inbrengen en helpen dat elke richting, elke stakeholder gemotiveerden soepel meebeweegt naar het einddoel: vernieuwde, vitale, toekomstbestendige binnensteden.’
VITAAL, legt René uit, stelt de vraag: ‘Hoe creëer je weer een voor bezoekers aantrekkelijk centrumgebied?’. Daaruit komen nieuwe vragen:
1. Wat is de identiteit van het centrumgebied? Wat is je DNA?
2. Ben je on- en offline goed vindbaar voor de bezoeker ende bewoner? Hoe inspireren we bezoekers om naar ons centrum te komen?
3. Is de aantrekkelijkheid van ons centrumgebied op orde? Voelen de bezoekers er zich thuis?
4. Is het totale aanbod in ons centrumgebied voldoende en afwisselend genoeg? Aantrekkelijke winkels, gevarieerde daghoreca, inspirerende lokale cultuuruitingen?
5. Worden de bezoekers verrast door beleving verhogende initiatievenen events op centrumniveau?
Daarnaast kun je een paar feiten vastleggen, zoals:
1. Leegstand brengt geen geld op;
2. Je hebt de overheid nodig voor herbestemming; bijvoorbeeld voor de transformatie van winkel naar woning;
3. Maar willen de buurwinkels dat wel, want die worden dan ook minder waard;
4. Hoe kunnen we de winkeleigenaren blij maken met een nieuwtoekomstperspectief;
5. Winkels die overblijven worden versterkt, waardoor de‘ decline’ in bepaalde gebieden wordt opgeheven.
Het team gaat pilots begeleiden op gebied van bestaande en nieuwe exploitatiemodellen: wat werkt wel? Zo wordt de puzzel op basis van ervaring, van nieuwe inzichten en intrinsieke motivatie gelegd en ontstaat een gerevitaliseerd gebied, beloven de heren.
Ook de overheid moet leren om zich op te stellen als een goede samenspeler, stelt Wouter. Dat kan om een schijnbaar klein detail gaan. In Lisse had de gemeente bijvoorbeeld zonder overleg in het winkelgebied her en der zitjes geplaatst. ‘Iedereen baalde hiervan. Na overleg op ons initiatief kwam er een alternatief en waren het niet meer de “gemeentezitjes” maar werden het “onze bankjes”.’
René: ‘Wij willen elke stakeholder van begin af aan enthousiasmerenen betrekken in de samenwerking. En dat scheelt weer geld, tijd en rapporten die in een la verdwijnen. VITAAL heeft dergelijke samenwerkingstrajecten inmiddels met succes lopen in Lisse, Hoorn en Sneek. Het zichtbare resultaat, de prettige samenwerking vol synergie motiveert hierbij niet alleen de VITAAL-partners zelf, maar alle betrokkenen, inclusief de binnenstadbewoners. Dat maakt ze weertrots. Het levendig houden kost wel geld maar levert ook veel op. Sociale meerwaarde bijvoorbeeld, die is heel belangrijk.’
René Vierkant en Wouter van der Leij nodigen geïnteresseerden graag uit voor een eerste gesprek over hun dienstverlening. ‘Bel en we komen langs. Vastgoedeigenaren, centrummanagers, ondernemersverenigingen, beleidsmedewerkers, wethouders en retailers: de eerste stap is makkelijk gezet. Na een rondje gesprekken gaan we de gemeenschappelijke droom identificeren. Wat kun je er zelf aan bijdragen? Geld verdienen door betrokken partijen is daarbij niet erg. Wel: iemand die er alleen voor zijn eigen succes zit. Dat past niet in het proces. We zijn op zoek naar de drive om er samen wat van te maken. En wij organiseren die verbinding en zorgen ervoor dat de volgende verbetertrajecten door de stakeholders zelf kunnen worden gedaan, leren door te doen dus.’